Over Bommels Broodjes

“Dit is het praathuis van de markt”

Rik Bommels over zijn broodjeszaak: De handelaren op het Food Center vullen de buiken van de Amsterdammers. Maar waar gaan zij zelf heen om hun honger te stillen? Daar hebben ze Bommels Broodjes voor. ‘Vertegenwoordigers en veeboeren, slachters en taxichauffeurs, iedereen weet ons te vinden’, zegt Rik Bommels (45).

Vader Joop stond hier in 1956 al met een haringkar.‘Nog steeds komen mensen overal vandaan voor onze haring, die is beroemd!’, zegt Rik. De kar maakte in 1992 plaats voor portakabins, waarin klanten warm en droog kunnen kiezen uit een lange lijst broodjes. Joop en zijn vrouw Willy runden de boel, op zaterdag bijgestaan door zoon Rik. ‘Ik zou doorleren, maar ben uiteindelijk toch in de zaak gerold’, zegt hij zonder spijt: ‘Het is hier altijd gezellig’. Vader kon zijn kar tegen het middaguur sluiten, dan was het gedaan met de handel. ‘Maar sinds er diepvries is, zijn er de hele dag klanten’, zegt Rik.

Sinds 1956 al te vinden in Amsterdam.

‘Groenteboeren en markthandelaren ontbijten hier als ze om zes uur ’s ochtends inkopen doen. Ook de slachters en veeboeren zijn vroeg.

Rik & Brenda Bommels

Tegen tien uur komen de taxichauffeurs koffie drinken. De collega’s van het Food Center halen hier tussen de middag een broodje en later schuiven horecamensen met een avondzaak aan.’ Zijn eigen inkopen heeft Rik zo gedaan; buiten haring en brood koopt hij alles op het Food Center. ‘Onze filet americain komt van een slager hier, die aan sterrenrestaurants levert.’ De filet en de haring zijn bestsellers, net als het broodje bal of halfom. ‘Hollandse kost. Ik probeer wel eens iets anders, geitenkaas met walnoten en honing bijvoorbeeld. Maar nee hoor.’

Het overlijden van moeder Willy was een zware klap. ‘Zij was het warme middelpunt’, zegt Rik. Gelukkig vulden zijn zus Brenda en zijn vrouw Annemieke de leegte op. Bommels Broodjes bleef het praathuis van de markt. ‘Hier hoor je alles.’

Dan rollen de sterke verhalen over tafel. Over slimme bankrovers die ooit een geldwagen namaakten en daarmee geld ophaalden bij een bankfliaal op het terrein. ‘Helaas had een buurvrouw de voorbereiding gezien. De politie stond ze buiten op te wachten.’ Over de geliquideerde Kees Houtman en Thomas van der Bijl, die hier vroeger vaak kwamen. ‘En weet je nog dat die stier uit het slachthuis ontsnapte?’, vraagt Rik aan Brenda. ‘Hij rende hier langs de ramen en nam een werknemer van De Kweker op de horens, die had zó’n bult.’ De stier liet zich niet vangen, totdat een koe van stal werd gehaald en hem meelokte. ‘Mannen’, verzucht Brenda, terwijl ze de counter schoonmaakt. ‘Ze zijn allemaal hetzelfde.’